Terug naaar Tijdmachine

1854

Geen Oosterhoutse pottenschepen meer in Rotterdam

Vanaf ongeveer 1750 was de pottenhandel in de Rotterdamse haven helemaal in handen geweest van Oosterhoutse schippers. Tussen schippers en pottenbakkers bestonden veel familierelaties. Ze handelden niet alleen in Oosterhoutse potten, maar ook in Gouds, Delfts, Fries, Bergen op Zooms, Keuls, Frankfurter en Engels (huishoudelijk) aardewerk. Vanaf ongeveer 1800 kreeg het Oosterhoutse aardewerk veel concurrentie van het sterkere en goedkopere Keulse aardewerk. In die tijd hebben de pottenbakkers van Oosterhout het moeilijk: hun aantal pottenbakkers slinkt van twintig tot zes. In 1836 verkoopt de Oosterhoutse familie Ooms haar beide pottenschepen aan een volstrekte buitenstaander. Die houdt het niet vol: in 1854 worden beide schepen aan de sloper verkocht. Op dit schilderij liggen de Oosterhoutse schepen vlak naast de brug rechts.