Terug naaar Tijdmachine

1918

Gezondheid en sterfte

Cholera en tyfus kwamen nu niet meer voor, pokken nog zelden. Tuberculose bleef een gevreesde volksziekte, die sterk samenhing met armoede, slechte voeding en slechte hygiëne. Samen met kanker en ziekten van het spijsverteringsstelsel was het tot ver in de jaren dertig een van de drie belangrijkste doodsoorzaken. Tussen 1930 en 1940 veranderde die top drie. Ziekten van hart en bloedvaten kwamen toen op de eerste plaats, gevolgd door kanker en infectieziekten. De sterfte in de gemeente kende nog steeds grote pieken en dalen, samenhangend met optredende epidemieën. In 1917 en 1918 heerste er veel tbc, in 1918 maakte de Spaanse griep slachtoffers. Ook 1927, 1929 en 1931 kenmerkten zich door grote griepepidemieën. Van 1934 tot 1935 heerste er een epidemie van roodvonk. Al met al liepen de sterftecijfers terug en werden de mensen gemiddeld ouder.