In de ijzertijd verandert het aardewerk. Naast de toename van vormen met een zeer ruw oppervlak, dat ontstaat door tegen de potwand nog natte klei te smijten, komen er ook potten voor met juist heel gladde, dunne wanden en opvallend scherpe knikken in het profiel. Dit type aardewerk is opgegraven in de nederzetting uit het midden van de ijzertijd op Vrachelen (Vlinderbuurt). Dit kookgerei met zijn gladde oppervlak en de scherpe vormen, mogelijk een imitatie van metalen kookpotten, komt vanuit het zuiden en wordt naar de Franse streek van herkomst ‘Marne-aardewerk’ genoemd.