De keukeninventaris van de Romeinse Oosterhouters bestond onder meer uit bekers en kommetjes van terra nigra (zwarte aarde) aardewerk. Daarnaast kwamen zogenaamde Arentsburgpotten voor, geverfde waar en fragmenten van wrijfschalen. De laatste hadden een ruwe bodem waarop voedselproducten konden worden fijngewreven. Voor het opslaan van voedsel gebruikte men groter vaatwerk als amforen en dolia. In de nederzetting zelf werd ook nog aardewerk gemaakt, maar niet veel en het baksel borduurde voort op het ijzertijdaardewerk.