De chirurgijn of heelmeester is in elk dorp al in de middeleeuwen een vertrouwde figuur. De chirurgijn is bijna altijd een man, hoewel er in de veertiende eeuw in Brabant en Vlaanderen wel melding wordt gemaakt van vrouwelijke chirurgijns. De chirurgijn of heelmeester is een echte mensensmid. Hij zet gebroken ledematen, snijdt gezwellen weg, trekt tanden en kiezen en behandelt zweren met pleisters en verband. Zijn voornaamste werktuig is het vlijmscherpe mes. Hij weet veel van geneeskrachtige kruiden. Een belangrijk onderdeel van zijn werk is het aderlaten. Daarbij wordt een ader opengesneden en een flinke hoeveelheid bloed afgenomen. De theorie waar bijna iedereen in gelooft is dat op deze manier ziekmakende stoffen of ‘humoren’ uit het lichaam worden verwijderd. Je voelt je niet fit? Dan even snel naar de chirurgijn om ‘te laten’.