In de rekening van de rentmeester lezen we dat hij een van de drie grote eiken die bij het kasteel omgewaaid waren, heeft verkocht. Aan het eind van de Vishuissloot was 'metten vloyts' een grote notenhouten tak aangespoeld die hij heeft laten opruimen. Diezelfde Vishuissloot moest over 335 meter lengte tot aan het open water weer op de breedte van 14 voet (4 meter) uitgebaggerd worden omdat hij vol lag met slib en takken. Elders was een sloot helemaal dichtgeslibt 'van den hooghen vloeyen'. Aan het eind van de Bouwlingstraat waren eerder dat jaar berken geplant die 'metten grooten wyndt omgewayt' waren en opnieuw rechtgezet moesten worden. Een jaar eerder had Oosterhout ook al last gehad van storm en hoog water: de Pontiaansvloed. De omheining van de schutskooi was toen omgewaaid. Die schutskooi diende om uitgebroken vee tijdelijk te bewaren tot het door de eigenaar afgehaald werd. De schutskooi stond ten noorden van het kasteel.