Van 1572 tot 1607 en van 1621 tot 1646 moeten de Oosterhouters soldaten die daarom vragen logies geven. De ongenode gasten eten en drinken mee. Als ze een paard hebben, moet dat haver krijgen. De soldaten slapen in huis. Om deze inlogering in goede banen te leiden, maken schout en schepenen lijsten op. Achter iedere naam staat een bedrag in geld. Een voetsoldaat of ruiter wordt op een bepaald bedrag gesteld. Een bedrag van zestig stuiver (drie gulden) staat in 1589 gelijk aan één ruiter of twee voetknechten. Iedereen doet mee, zelfs de pastoor die één ruiter moet huisvesten.