Terug naaar Tijdmachine

1621

De johannieters uitgekocht

In 1621 wordt de oorlog weer hervat. Dat betekent dat de Staten-Generaal waarschijnlijk alle katholieke bezittingen zal naasten. Het vrijheidsbestuur had ook al de belastingvrijdom die de johannieters bezaten, aangevochten. De johannieterorde wilden zich dus wel van dit riskante bezit ontdoen. Ze verzonnen een charmante oplossing: ze wilden hun bezit in de Republiek, en dus ook in Oosterhout, wel verkopen aan de katholieke prins van Oranje: Filips-Willem. Als onderpand voor de betaling golden de bezittingen van de prins in Bourgogne. Dat viel onder Spaans gezag, dus dat was voor de orde een veilige ruil. In Oosterhout kreeg de prins zo de Hoge Molen in bezit, de afgebrande hoeve Ter Brake, de tiendrechten van de kerk en het collatierecht: het recht om de pastoor te benoemen.