In 1662 leggen drie Oosterhouters een verklaring af over hoe bij hen een bruiloft gevierd wordt. Bruid en bruidegom maken een dans op het erf of op de straat. Iedereen die langs komt, uitgenodigd of niet, dat maakt niet uit, wordt gevraagd om mee te dansen. Natuurlijk is er ook drank voor iedereen. De verklaring wordt afgelegd omdat de bruiloft van Jan Adriaan Goverden uit de hand gelopen is. Er zijn ruim honderd ongenode gasten op komen dagen en die blijven tot ’s avonds acht uur drinken. Er is een ‘speelman’ bij, een muzikant met fluit, doedelzak of draailier, dus dat wil wel. Het volk eist drank en wanneer het niet snel genoeg afkomt, dringt het de kelder binnen om zelf te gaan tappen.