De Oosterhoutse financiën zijn in 1687 zo’n enorme puinhoop dat de Domeinraad alle financiële stukken naar Den Haag laat komen. Men wil nu wel eens zien wat er loos is. De kamerbewaarder wordt naar Oosterhout gestuurd om allerlei boeken en papieren op te eisen. Uit zijn ingeleverde declaratie blijkt dat het een heel gesleep is geweest. Op sinterklaasavond reist hij met de trekschuit van Den Haag naar Delft (kosten 2 ½ stuiver). Daar stapt hij over op een schuit naar Rotterdam (5 stuiver). In de Maasstad huurt hij een schip dat naar de Zwaluwe vaart. Omdat het hard waait kost dat extra: 3 gulden en 12 stuiver. Op 6 december rijdt hij per kar van Zwaluwe naar Oosterhout (3 gulden). De retourreis vangt aan op 7 december en gaat over Geertruidenberg. Er wordt apart betaald voor het kruien van de koffer waarin de archieven zijn verpakt.