Schout Simon Adriaan de Vries volgde Johan van Schoorn op. Aan het schoutambt zaten heel wat lucratieve bijbaantjes vast. Behalve schout was De Vries ook nog kastelein van de oude burcht; daar was toen niet veel meer van over, maar dat wilde niet zeggen dat het ambt werd afgeschaft. De schout was verder dijkgraaf van de Willemspolder en de Dongendijkse polder. Als stokhouder mocht hij als enige veilingen van roerende goederen houden en een gedeelte van de opbrengst voor zich houden. De Vries bleef 42 jaar lang in het ambt en overleed op 8 november 1755 na een zware borstkwaal, die volgens zijn weduwe drie dagen had geduurd.