Daags na Onnozele Kinderen werden in 1729 in de prille bossen op de heide tussen Oosterhout en Teteringen drie kinderen gevangen genomen door de ondervorsters die op de heide waren ‘omme op de bossenroovers te passen’. Het waren Kornelia Jacob Toille en Petronella Gerrit Craem en nog een jongen. Ze hadden vijf of zes mutsaarden aan sprokkelhout bij zich dat ze in de bossen verzameld hadden. De kinderen werden meegenomen naar het Vrijheidshuis, dat als huis van bewaring diende, en de volgende dag voor de schepenen gebracht. Die hebben de kinderen een forse uitbrander gegeven en ze vervolgens ‘vermits haare jongheyt’ weer op vrije voeten gesteld. Maar intussen hadden ze toch mooi een hele nacht in de cel gezeten!