Ten noorden van het Gooikensgat is De Oranjepolder de afronding van een complexe polderontwikkeling die begon met het bekaden van de kern van de Klaverpolder: de Zeven Blokken. De rondlopende dijk verraadt dat dit het eerste ‘poldertje’ was, gelegen aan de bovenloop van de kreek het Aalsgat. Vermoedelijk is aansluitend aan de westkant het gebied de Zes Blokken en Olieslagers bekaad. Dat waren twee groepen strookvormige percelen, gescheiden door een kreek en aan de zuidzijde begrensd door het Otterkil. Aan de noordzijde werd het Oud Poldertje aan de Klaverpolder-kern vastgekaad. Het Oud Poldertje grensde aan de noordzijde aan de kreek het Krom Gat. Vervolgens is aan de overzijde van het Otterkil een lange smalle strook bekaad: de Rietbossen. Uiteindelijk werd op een onbekend tijdstip tussen 1724 en 1767 deze hele cluster van poldertjes samengenomen in de Oranjepolder. Deze omvatte in het noorden en zuidoosten ook enkele niet eerder bekade gebieden. Omdat de Oranjepolder vasthaakt aan de Oostpolder uit 1724 moet ze dus later aangelegd zijn. De Oranjepolder was geheel eigendom van de Oranjes.