In 1785 telde Oosterhout gemiddeld 0,7 stuks rundvee per huis. In Horst (nu: Oosteind) is het gemiddelde 3 stuks, in Dorst 3,2. In Leijsen (nu: omgeving Leijsenstraat) 3,5 en in Seters zelfs 4,4 stuks. Het agrarische karakter van de verschillende buurtschappen en gehuchten contrasteert daarmee sterk met Oosterhout. De veestapel groeide, ondanks oorlogen en onrust, tussen 1780 en 1814 nog iets. In 1785 telt het dorp 1457 stuks hoornvee, in 1800 zijn dit er 1507 en in 1814 zijn er 1521. Naast het volwassen vee herbergde Oosterhout op de teldata (in het voorjaar) in 1800 en 1814 ook rond de 950 kalveren. Die werden voor de winter meestal weer geslacht of verkocht.