De Fransen eisten na hun verovering van de Baronie een lening van 100.000 gulden voor de gemaakte onkosten. Als grootste dorp in de Baronie moest Oosterhout een belangrijk deel van dit bedrag opbrengen. Onder de regenten van de Baroniedorpen waren er die zonder aarzeling meewerkten aan deze eis. De landvergadering die te Breda werd belegd om de verdeling van het bedrag te bespreken, werd door de drossaard van Oosterhout, Johan Simon Hallungius, geboycot. Zonder Oosterhout werd dus een besluit tot betaling genomen. Hallungius, een fanatiek Orangist, was echter niet van plan Dumouriez ook maar een cent te betalen. Hij verzon een list. Voordat de Fransen op 18 maart in het Oosterhoutse vrijheidshuis de dorpskas konden legen, werd die door Hollandse Huzaren en Pruisische jagers gestolen. De lening ging zo aan de neus van de Fransen voorbij. Het hele plan was door Hallungius zelf opgezet. Hij betaalde de soldaten nog diezelfde dag voor hun dapperheid duizend gulden uit eigen zak!