Oosterhout kende een burgersociëteit met de prachtige naam ' De burgerstand in Rust, is heden onze lust'. Ze werd waarschijnlijk pas na de komst van de Fransen opgericht. Ze was in 1795-1796 betrokken bij belangrijke ontwikkelingen in het dorp. Ze trad o.a. op als mediator tussen het armencollege en het dorpsbestuur en speelde een rol in de teruggave van het belastinggeld dat oud-ontvanger Motman meegenomen had. De sociëteit onderhield vriendschappelijke betrekkingen met de burgersociëteiten van Breda, Dongen en Princenhage. Voorzitter was Arnoldus Kleykens, secretaris Cornelis van Berkel. Zij speelden geen politieke rol van betekenis. H. Timmersman, J. C Mertens, G Dekkers en F.H Akkerman waren in ieder geval lid. Met uitzondering van Mertens werden ze in 1798 in het dorpsbestuur benoemd, waarmee hun hervormingsgezinde signatuur bevestigd wordt. Na 1798 wordt weinig meer vernomen van de sociëteit en zijn leden. In 1803 blijkt deze opgeheven.