In 1854 is in Oosteind een eigen parochieel armbestuur opgericht. In 1855 kwam er ook een afdeling van de Sint-Vincentiusvereniging tot stand. Die laatste richtte zich niet zozeer op de gewone bedeling van de armen, maar vooral op de opvoeding van de arme kinderen tot goede katholieken. Ze bevorderde kerk- en schoolbezoek, leerde arme meisjes naaien en deelde kleding en levensmiddelen uit aan gezinnen die door ziekte en ongelukken getroffen waren.