Tussen 1860 en 1880 waren er in Nederland 32 suikerfabrieken opgericht, waarvan 22 in West-Brabant. In dezelfde tijd nam de productie van goedkope rietsuiker uit Nederlands-Indie geweldig toe. Dat veroorzaakte een scherpe prijsval van de bietsuiker, waardoor veel bietsuikerfabrieken in moeilijkheden raakte. Zo ook de suikerfabriek aan de Groenendijk. In het seizoen 1885/1886 lag ze stil en werd er gemoderniseerd, dat wil zeggen dat er meer en modernere machines kwamen. Daardoor waren er veel minder arbeidskrachten nodig en werd ook de campagnetijd nog eens bekort tot ongeveer 2,5 maand.