Vlak na de eeuwwisseling ontstond de Heilige Driehoek. Verdreven door anti-clericale wetgeving (1901) zochten de benedictijner monniken en monialen van Wisques (Noord-Frankrijk), behorend tot de congregatie van Solesmes, in het buitenland een goed heenkomen. Op 7 augustus reisde abdis Thérèse Bernard naar Nederland. In Oosterhout vond ze een geschikte plek in de te koop staande kostschool van de heer Treffers aan de Zandheuvel, op het landgoed Vredeoord. Toen ze op 11 augustus terugreisde, was de koop gesloten. Op 24 september betrokken de eerste twintig zusters hun nieuwe onderkomen. De monniken bleven voorlopig nog in België.