Hendrik Tak wordt voor de socialisten in de raad gekozen. Hij krijgt het uitgesproken moeilijk in de raad. College en raad nemen een openlijk vijandige houding aan. Tak wordt uitgesloten van alle overleg in commissies en hij wordt regelmatig uitgescholden en getreiterd. Dat komt voornamelijk omdat hij heel directe, lastige, kritische vragen stelt en goed geïnformeerd wil worden. En dat wil hij dan ook nog genotuleerd zien, wat zelden gebeurt. Zo heeft wethouder Oomen hem bijvoorbeeld in de raadsvergadering van oktober 1925 ‘schoft’ genoemd. Maar pas wanneer hij dreigt met het inroepen van de hulp van GS worden de notulen in dit geval aangepast. Overigens wil Tak dat de raadsleden de notulen thuis gestuurd krijgen, in plaats van dat ze worden voorgelezen. Dat gebeurt niet. Tak wordt door de vele incidenten niet uit het veld geslagen.