Bij ziekte moesten de meeste mensen de kosten van de dokter zelf betalen. Een ziekenfonds was voor veel mensen onbetaalbaar. Gemiddeld was in Brabant in 1926 slechts 10% van de mensen verzekerd tegen 34% landelijk; in 1937 was dat opgelopen tot 29% tegen 42%. Pas nadat in 1941 het Ziekenfondsbesluit was ingevoerd, dat een verplichte verzekering inhield voor mensen onder de loongrens, steeg het aantal verzekerden met sprongen.