In 1953 bereikt de Koude Oorlog zijn hoogtepunt. De katholieke kerk voelt zich bedreigd door geloofsafval en zal het jaar daarop met een Mandement komen dat het lidmaatschap van de PvdA voor katholieken ten sterkste afkeurt. En uitgerekend bij de raadsverkiezingen van 1953 bewerkstelligt de PvdA in Oosterhout een doorbraak. Maar liefst drie ‘rooie’ raadsleden worden gekozen. De katholieke wethouder Willems vindt dat het onbegrijpelijk is dat 1600 inwoners PvdA gestemd hebben en stelt dat ‘onkerkelijkheid en verdergaande humanisering [sic!] moeten worden tegengegaan, kost wat kost’. Raadslid Van Bekhoven doet er nog een schepje bovenop: ‘Eensgezind zal nauwlettend moeten worden toegezien op het binnenkomen in Oosterhout van ongewenste personen, die de naam van onze plaats omlaag zouden kunnen halen’. PvdA-raadslid Hovinga ziet die uitspraak als een belediging voor nieuwe inwoners, waarop Van Bekhoven antwoordt dat hij ‘uitsluitend’ mensen wil weren die niet in God geloven.