In Oosterhout werd in 1919 de eerste ‘vrijgestelde’ ( = beroepskracht) aangesteld bij de katholieke bonden. Die moest de belangen van de katholieke bonden en hun leden behartigen. Hij adviseerde de leden, o.a. over huurkwesties, looneisen en juridische zaken. Hij organiseerde ook ‘ontwikkelingscursussen’ voor de leden.