Op 19 juni 1802 werd drossaard Willem Cornelis van Loon na een ambtsperiode van zeven jaar krachtens een resolutie van het staatsbewind weer uit zijn functie ontslagen. De vorige drossaard Johan Simon Hallungius werd in zijn oude functie hersteld. Dergelijke taferelen vonden ook elders in het land plaats. Als reden voor zijn ontslag werd plichtsverzuim opgevoerd. De beschuldigingen zijn op zijn minst discutabel. De vervanging van Van Loon lijkt meer het gevolg van de reaalpolitiek van Napoleon, die een ervaren bestuurder belangrijker vond dan democratische legitimiteit. De sterk oranjegezinde conservatieve Hallungius, een ervaren beroepsbestuurder, werd geacht toch beter de Franse zaak te kunnen dienen dan Van Loon.