Al in de Romeinse tijd en opnieuw vanaf het laatst van de middeleeuwen gebruikten de boeren van Oosterhout de potstal. Dan is de stal een stuk uitgegraven. De koeien stonden meestal op stal en hun mest vulde geleidelijk de stal. De slappe massa werd aangevuld met allerlei heidemaaisel en later ook met heideplaggen. Als de potstal erg vol raakte, werd de mest uitgestoken en op het erf of een wegberm in een mesthoop (“messie”) opgeslagen. Uiteindelijk werd de mest uitgereden op de akker of gebruikt in de moestuin. Archeologen kregen bij onderzoek bij het kerkhof aan de Veerseweg de indruk dat daar het gebruik van plaggen in de potstal rond 1500 op gang kwam. De datering van het eerste plaggengebruik is overigens in Noord-Brabant en de Antwerpse Kempen een bekend onderzoeksthema: men is er nog lang niet uit. (Oosterhout, niet van gisteren, p 99) In 1904 had praktisch iedere boer in de gemeente Oosterhout nog een potstal. In 1940 zijn die praktisch allemaal verdwenen, en vervangen door de grupstal.