In 1656 komt de Bredase Jacob Beens met een landmeter en twee soldaten naar Dorst om daar de heide in te meten. De heide is gemeenschappelijk bezit van alle Dorstenaren. Die kunnen er schapen op zetten en plaggen steken voor de potstal. Maar nu heeft de heer van Breda (en dus ook van Oosterhout) de heide verkocht aan Beens. De Dorstenaren zijn het daar niet mee eens. Zij vinden: de heer heeft ons voor eeuwig het recht gegeven om de heide te gebruiken. Beens en zijn mannen worden weggejaagd door een troep vrouwen. Zo’n 25-30 vrouwen kwamen er op uitgestoven, gewapend met mestvorken, rotte eieren en drek. Ze liepen de mannen achterna, dreigend, scheldend en razend, zodat die een huis in moesten vluchten. Daar moesten ze de nacht doorbrengen. Het project mislukt, want overal is er verzet. Jaren later sterft Beens, bankroet en ontgoocheld.