In 1656 vaardigen de Staten-Generaal een wet uit op het huwelijk. Bijna iedereen vindt in die tijd dat het huwelijk de hoeksteen is van de samenleving. Wat wel heel veel voorkomt is dat een stel pas trouwt wanneer zij zwanger is. Het al verwekte kind wordt door het huwelijk gewettigd. Pastoors en predikanten zien er scherp op toe wanneer een onecht kind word geboren. De doopregisters maken dan melding van onwettige kinderen. Overigens is het percentage onwettige geboorten op het platteland van Staats-Brabant heel laag.