Hij werd geboren in Brussel op 26 juni 1633 en trad in bij de norbertijnerabdij ’t Park te Leuven. Hij kwam in 1675 naar Sint-Catharinadal om proost Assels te assisteren. Hij trof daar in Breda een ontregeld Catharinadal aan. De boekhouding was niet op orde, er waren schulden, de zusters werden in Breda niet getolereerd door de dominees, en proost Assels werd door de zusters, die onderling onenigheid hadden, geregeerd. Priorin van de Kieboom wilde niet dat Van der Malen gekozen werd, zij maakte hem zwart en wilde liever een proost uit de abdij van Tongerlo. Toch viel de keuze van de zusters op hem. Proost van de Male stelde orde op zaken: zowel boekhoudkundig als wat betreft de kloosterdiscipline. Hij ontpopte zich ook als gedreven geschiedschrijver van het klooster. In 1679 moest hij met het hele convent terugkeren naar Oosterhout, nu voorgoed.