Tot 1680 worden de gemeentefinanciƫn op zeer amateuristische wijze beheerd. Er zijn allerlei omslagen die jaarlijks worden uitgeschreven door schout en schepenen. Daarover horen ze eerst te overleggen met de gezworenen, maar dat schiet er vaak bij in. Het geld wordt opgehaald door de boeren die het meeste land hebben. Iedereen doet wat. De een doet de verponding en de omslagen in het Oostkwartier, de tweede doet dit in het Westkwartier, de derde haalt aan de deuren het hoofdgeld op en de vierde de verponding op de domeingronden. Er is geen centrale kas. Enkele kleine heffingen zoals het havengeld worden verpacht aan de meest biedende. In 1680 maakt de prins van Oranje, stadhouder Willem III, in een klap een eind aan dit oeroude systeem. Hij benoemt in alle dorpen van de Baronie een professionele ontvanger. De schrik is groot, er wordt geprotesteerd, maar het gaat door.