Tussen 1703 en 1794 nam in totaal 152 keer een Oosterhouter dienst bij de Verenigde Oost-Indische Compagnie. Dat is, in verhouding tot omringende plaatsen erg veel. Het lijkt erop dat Oosterhouters bereid waren grote risico’s te nemen. De reis duurde gemiddeld 245 dagen en de kans om door ziekte, ontbering of oorlogsgeweld of schipbreuk was groot. Een op de drie opvarenden keerde nimmer terug. De meeste stierven trouwens niet onderweg, maar in Azie. Op de foto een reconstructie van het VOC-schip de Batavia.