Op initiatief van het Vrijheidsbestuur wordt een Franse School voor jongens opgericht. Het was een kostschool die vooral bezocht werd door welgestelden. De jongens kregen les in Frans, wiskunde, meetkunde, geografie en geschiedenis en voor de bollebozen ook nog Latijn. De school werd vooral bezocht door gereformeerden uit Holland. De Oosterhoutse (en Brabantse) kostscholenwaren namelijk veel goedkoper dan die in Holland, en Oosterhout had wel goede verbindingen met Holland. Voor de ouders was het dus goedkoop, voor Oosterhout was het een economische stimulans.