Tussen 1693 en 1791 fungeerde het slotje Spijtenburg als buitenverblijf voor de familie Snellen, waarvan het wapen hier is afgebeeld. In 1791 erfde Johanna Snellen het slotje en ze ging er wonen. Ze noemde het Lindenborg. In 1794 trouwde ze, 67 jaar oud, met de bijna veertig jaar jongere graaf Floris van Dam. Hij was uit op haar geld en zij op zijn titel. Hij joeg haar kapitaal er in hoog tempo doorheen. Bij haar dood in 1815 trof de familie het slotje in vervallen toestand aan. Het werd in 1818 gekocht door burgemeester Jan Simon Hallungius, die het in 1821 liet slopen. De tuin werd bij slotje Brakestein gevoegd. Daar kun je ook vandaag nog de resten van de slotgracht van Spijtenburg zien.