Kort nadat de strijd om de armenfondsen was beslecht, brandde de strijd om het kerkhof los. Het kerkhof hoorde bij de kerk en had dus, samen met de kerk, overgedragen moeten worden aan de parochie. Dat was niet gebeurd en het gemeentebestuur wilde dat ook niet doen. Ook hierover moest de Provincie in 1821 een uitspraak doen: het kerkhof moest worden overgedragen aan de parochie. De gemeente moest bovendien zorgen dat er een algemene begraafplaats zou komen. Omdat dat voorlopig niet gebeurde, ziekte de ruzie nog een paar jaar door, tot het in 1829 bij wet verboden werd om nog langer in de stad of in de kerk te begraven. Vanaf die tijd vonden de begrafenissen plaats op het huidige kerkhof aan de Veerseweg.