Vanaf mei 1916 lezen we over zwemmende soldaten (en Oosterhouters) in het nieuw gegraven kanaal ‘bij de zandbergen’, het Wilhelminakanaal. Kennelijk maakte een zwembroek nog geen deel uit van de militaire persoonlijke uitrusting, want er werd vooral naakt gezwommen. Op die plaats werd ook wel gewandeld en gespeeld; de klachten betroffen dan ook de zedenbedervende, ‘weerzinwekkende taferelen’ die daar te zien zouden zijn. De roep om een zwembad dan wel om politieoptreden klonk meerdere malen luid en duidelijk. In juni 1917 liet het gemeentebestuur de gemeenteomroeper uitbellen dat er zonder zwembroek niet meer gezwommen mocht worden. Dat had een averechts effect: er gingen nu juist veel meer mensen een kijkje nemen. Het probleem zou niet opgelost worden.