In Dorst werd lesgegeven in de oude kapel, die zwaar in verval was. In 1824 stond de kapel op instorten en besloot de raad een nieuwe school met onderwijzerswoning te laten bouwen. De stenen van de oude kapel zouden daarvoor worden hergebruikt. Het ging ook voor de rest uit een heel krap budget: de school moest drie keer worden aanbesteed, en het bestek aangepast, eer er een aannemer was gevonden die voor die prijs kon bouwen. De onderwijzer, Gabriƫl van Nieuwkuijk, was dan ook in 1826 niet erg te spreken over zijn woning en zijn school, die hij te klein, te vochtig en te armetierig vond.