In 1861 namen de heren J. Oomen (voorzitter van de Maatschappij van Landbouw) en J. Verschure (boterhandelaar en schipper) ieder een hooipers in gebruik aan de Oosterhoutse haven. In 1870 persten de beide ondernemers samen twee miljoen kilo. Ook de Groenendijkse haven beschikte over een hooipers, daar neergezet door een ondernemer uit Pernis. Door het hooi in pakken van honderd kilo te persen, kon een schip veel meer hooi laden.