Zouaven waren mannen die tussen 1861 en 1870 vrijwillig in pauselijke krijgsdienst traden. Ze verdedigden de Kerkelijke Staat tegen het Italiaanse eenheidsstreven. Elf in Oosterhout geboren jonge mannen zijn tussen 1864 en 1870 als zouaaf naar Rome gegaan. We kennen hun namen en van bijna allemaal ook het beroep: Piet van Balkom, smid; Piet Willemse, bakker; Martin van der Pluym, bakker; Johannes de Nier, schilder; Jan Joseph Moonen, banketbakker; Jan Baptist Michielse, bakker; Cornelius van Dongen, die oppasser was in het weeshuis van Breda en op 13-8-1868 in het militair hospitaal in Rome overleed; Cornelis van Dongen, landarbeider uit Stuivezand die analfabeet was en met een kruisje tekende; Jan van den Brand, landbouwer; Jan Boomaars; Christiaan de Boer, boekbinder, en zijn broer Antoon de Boer, handelaar (zie foto); en ten slotte Frans Ligtvoet, schoenmaker, die zelfs twee keer vertrok: de eerste keer in 1864 samen met zijn broer Nicolaas, en daarna nog eens in 1868.