In 1899 werd het begraafgedeelte omgeven met een muur uit Oosterhoutse steen, met een deklaag van ijsselsteentjes en een ijzeren poort. Er werd een metaherhuisje van 3 bij 4,5 meter gebouwd en het huis van de opzichter werd gerestaureerd. De begraafplaats lag toen ‘als een oase in de woestijn’ van de Vrachelse Heide.