Ergens tussen 1144 en 1187, waarschijnlijk rond 1144, gaf de heer van Breda het goed Ter Brake (Alphen) aan de tempeliers. Daarbij hoorden ook kwart van het dorp Oosterhout met alle grond en mensen, en met de parochiekerk, de pastoor en de tienden. Dit goed werd vanuit Ter Brake bestuurd. Vanaf die tijd hadden de tempeliers het recht een pastoor te benoemen en de tienden te innen. Waarschijnlijk benoemden ze altijd iemand van de orde van de tempeliers. Het bezit van Ter Brake is aangegeven op het kaartje. De pastoor woonde tot 1582 op de hoeve van Ter Brake, die op de Zandheuvel stond. In dat jaar brandde de hoeve af door oorlogsgeweld.