Wanneer Liesbeth Niclaes Heyendochter in januari ziek te bed ligt en het nog maar de vraag is of ze het haalt, besluiten zij en haar man, de schepen Cornelis Buysen, een testament te laten maken. Zij willen geruzie voorkomen omdat zij vier kinderen uit een eerder huwelijk heeft en er uit haar huwelijk met Cornelis drie kinderen zijn. Voor- en nakinderen, dat is een risico. Bepaald wordt dat de langstlevende het huis met de schuur, de brouwerij en de est krijgt. Een est of eest is een ruimte waar gekiemde mout wordt gedroogd. Dat gebeurde door een vuur te stoken onder een houten vloer. Zeer brandgevaarlijk dus. De langstlevende krijgt ook alle juwelen, de huisraad, het opgetaste graan, de paarden, het vee en het contante geld, kortom alles wat niet ‘vast’ is.